Moro-reflex (MR)
De Moro-reflex is een onwillekeurige reactie op een plotselinge inkomende (zintuiglijke)
prikkel. De prikkel zet het organisme op scherp, dat reageert door als het ware te
bevriezen (de persoon kan verlamd zijn door angst). Vervolgens wordt adrenaline in het
systeem gepompt waarmee de persoon actie kan ondernemen.
Deze reflex is het meest gekend, aangezien deze vlak na de geboorte wordt getest: men
laat de baby lichtjes achterover vallen, hierdoor zal de baby de spieren in zijn nek, armen
en benen aanspannen waardoor zijn ledematen uitslaan en hij begint te huilen.
De Moro-reflex wordt ook de vlucht- en vechtreflex genoemd. Bij gevaar gaat men vluchten
of vechten, wat zich ook kan uiten in huilen of een woede-uitbarsting.
Wat gebeurt er - fysiek - bij de Moro-reflex ?
De innerlijke reactie van het organisme op de Moro-reflex is er àltijd, vanbinnen gebeurt
er vanalles, ook al merkt een buitenstaander op het moment zelf nauwelijks iets aan een
kind of volwassene.
Er komt een boost van de stresshormonen adrenaline en cortisol vrij in het lichaam. De
bloedvoorziening naar de lange spieren in de armen en benen krijgt voorrang, wat ten
koste gaat van de bloedvoorziening van ondermeer de spijsvertering, de afvoer van afval-
stoffen uit de spieren en cellen, de cognitieve werking van het brein, de ogen, enz.
De bijnieren (producenten van adrenaline) raken uitgeput, voedingsstoffen worden niet
goed opgenomen en er kunnen afweerreacties optreden (eczeem, allergieën, ...).
De bloedsuikers worden sneller verbrand, wat consequenties heeft voor de werkzaamheid
van de hersenen, de hormoonhuishouding wordt ontregeld, waardoor stemmingswisselingen
kunnen ontstaan en (leer-)prestaties kunnen beïnvloed worden.
Onder invloed van een ongeremde Moro-reflex wordt de activiteit van de parasympaticus
op een laag pitje gezet, hierdoor wordt de balans tussen inspanning en ontspanning vaak
volledig verstoord. Het lichaam wordt voortdurend aangezet tot actie, kan niet meer tot
rust komen en blijft 'jagen'. Dit kan aangevoeld worden als een innerlijke onrust.
Adrenaline en cortisol zijn actief bij de vernietiging van lichaamsvijandige elementen.
Wanneer de productie van deze hormonen voortdurend hoog is door een opgewekte Moro-
reflex, kunnen zij hun functie niet goed vervullen als het echt nodig is. Daardoor hebben
kinderen met een ongeremde Moro-reflex vaak last van neus-, keel, oorproblemen,
allergieën of reageren zij te sterk op bepaalde medicijnen. De continue uitputting van het
hele fysieke systeem kan na verloop van jaren leiden tot burn-out(klachten).
Vanwege de bemoeilijkte afvoer van afvalproducten uit de spieren en weefsels, ontstaat er
een algemene verzuring. Dit kan leiden tot (plotselinge) jeuk, hoofdpijn, lever-, galblaas-
en darmproblemen. Als de spijsverteringsorganen de afvalstoffen onvoldoende kan afvoeren,
helpen de longen mee, als dat ook onvoldoende lukt kunnen er luchtwegproblemen ontstaan,
zoals astma of bronchitis.
Wanneer de Moro-reflex onvoldoende ontwikkeld of ongeremd aanwezig is, zijn één of meer
zintuigen vaak erg gevoelig. Hierdoor zal iemand te sterk op prikkels reageren. Plotseling
licht, geluid, pijn, een plotselinge beweging of aanraking, verandering van houding, geur of
bepaalde smaken kunnen de Moro-reflex op elk moment opwekken. Hierdoor is het individu
constant alert en staat voortdurend 'op scherp'. Hij bevindt zich voortdurend op het randje
van vechten of vluchten en dit houdt zichzelf in stand: door de reflex wordt de productie van
de stresshormonen gestimuleerd, maar door deze hormonen neemt ook de gevoeligheid van
de zintuigen toe, waardoor hij extra veel zal waarnemen. Dat leidt voortdurend de aandacht
af, waardoor het kind of de volwassene moeite zal hebben met leren, concentreren en taken
afmaken.
Als de zintuigen zo scherp waarnemen zijn twee reacties mogelijk: angst of overactiviteit (wat
zich uit in agressie).
In geval van angst zal men zich uit situaties terugtrekken. Men kan zich moeilijk aanpassen
en kan niet gemakkelijk affectie accepteren of tonen.
Bij overactiviteit is men vaak agressief of prikkelbaar. Men zal moeilijk lichaamstaal kunnen
lezen en zal situaties willen domineren.
Bij beide reacties hoort manipulatief gedrag, omdat men grip wil kunnen houden op zijn
emoties.
Kenmerken
- Met het evenwichtsorgaan verbonden problemen: duizeligheid, bewegingsmisselijkheid,
autoziek, slecht evenwicht en slechte coördinatie van bewegingen.
- Eén of meerdere zintuigen kunnen overgevoelig zijn en kunnen zeer goed waarnemen,
zoals bijvoorbeeld een overgevoeligheid voor:
° Geluiden: bvb. moeite hebben met zich afsluiten voor achtergrondgeluiden, zoals
een druppende kraan, het getik van een klok, het gezoem van electrische apparaten, ...
° Aanraking: een hekel hebben aan (onverwachte) aanraking
° Licht: snel moe onder TL-verlichting, moeite met zwarte letters op wit papier,...
° Geuren en smaken
- Gespannen spiertonus (fysiek harnas)
- Problemen met motorische oogbewegingen en visuele waarneming. Het oog volgt elke
nieuwe prikkel, onvermogen om irrelevant visueel materiaal binnen het blikveld te negeren.
- Uitgeput immuunsysteem, astma, eczeem of veelvuldige neus-, keel-, oorproblemen
- Allerlei infectieziekten
- Orgaanstoornissen
- Burn-outklachten bij volwassenen
- Plotselinge woede-uitbarstingen of huilbuien
- Afkeer van veranderingen of verrassingen, slecht aanpassingsvermogen
- Omgekeerde reactie op medicijnen
- Slechte spijsvertering
- Uitgeputte bijnieren
- Uitgeputte lymfe
- Reactieve hypoglykemie
- Voortdurend afgeleid zijn
- Slechte concentratie, voortdurend afgeleid zijn, moeite om dingen af te maken
- Slecht evenwicht en slechte concentratie
- Post-natale depressie
- Moeite met beslissen
- Stemmingswisselingen
- Cyclus van hyperactiviteit, gevolgd door uitzonderlijke vermoeidheid
- Moeilijk kritiek kunnen accepteren
- Lage zelfwaardering, onzekerheid, afhankelijkheid
- Noodzaak om gebeurtenissen te beheersen, beïnvloeden of te manipuleren
- Permanente bezorgdheid en angst, die geen relatie hebben met de werkelijkheid
- Hoofdpijn
- Plotselinge jeuk, plaatselijk of overal
- Totaal of bijna geen reactie op stimulansen (autistisch gedrag)
- Controle freak, de omgeving moet beheerst worden, zich overal mee bemoeien
- Hyperactiviteit